Oepsie… Broodfabriek Hus, Ootmarsumstraat
Een van de leuke kanten van het werken aan het boek Koninklijke Haagse Woningvereniging van 1854 was dat ik de kans kreeg om op veel verschillende plekken in Den Haag een paar uur rond te neuzen en mijn dorst naar beeld te lessen. Ik had van de opdrachtgevers De Lijstgekregen, een lijst van de objecten die gefotografeerd moesten worden. Zo’n lijst met nieuwe dingen aan het begin van een project maakt begerig. En begerigheid is soms een gevaarlijk iets…
Hofje Schelpstraat, Scheveningen.
Een bijzonder sieraad van Den Haag zijn de hofjes die je hier en daar in de stad aantreft. Dit hofje in Scheveningen is gebouwd met geld uit de nalatenschap van broer en zus Dirk en Johanna Antonia Lammers. Toen Johanna in 1866 als laatste van de twee overleed, bepaalde ze in haar testament dat met het geld uit haar nalatenschap onder andere woningen moesten worden gebouwd voor “ongelukkige fatsoenlijke weduwen of juffrouwen uit de de burgerstand” die buiten hun schuld in de ellende waren beland.
Hoefkadelaantjes (het Rode Dorp)
De Hoefkadelaantjes waren misschien wel de meest trieste plek waar ik voor 1854 gewerkt heb. Deze 3-kamer woningen uit 1874 waren indertijd bedoeld als huisvesting voor arbeiders die in de fabrieken rond station Hollands Spoor werkten, dat links aan het eind van de straat verstopt ligt...
Nieuw boek
Op 27 juni wordt in Den Haag het eerste exemplaar uitgereikt vanKoninklijke Haagse Woningvereniging van 1854. De bouwgeschiedenis van een kleine, onafhankelijke vereniging, van Dorine van Hoogstraten, met foto’s van mij en uitgegeven door Uitgeverij Thoth in Hilversum. Het boek gaat over de geschiedenis van een kleine Haagse woningvereniging, in 1854 opgericht door een aantal Haagse heren met blauw bloed. Ze waren begaan met de armoedige behuizing voor de arbeidende klasse en hadden het plan opgevat om daar wat aan te gaan doen.